“Alle docenten en opleiders scholen: daar zit de grote uitdaging”

Datum

“Het is plezierig om met zoveel vakgenoten aan toekomstbestendige opleidingen te werken.” Valerie Hoogendoorn is voorzitter van de projectgroep Didactische ontwikkeling & Instrumenten. “Het is in deze coronatijd natuurlijk volop crisismanagement op onze opleidingsinstituten. Dan is het fijn om over de muren van de coronacrisis heen te kijken en met iets bezig te zijn voor de toekomst, namelijk bepalen waar we over tien jaar willen zijn met de opleidingen.”

Het voorzitterschap doet Valerie Hoogendoorn naast haar werk als directeur van een opleidingsinstelling. “Door die rol weet ik waar de hiaten zitten in de opleiding.” Ze vertelt dat de projectgroep tot nu toe vooral aan de slag is met een verkenning voor de inhoud van de opleidingen: wat moet er in naar voren komen en hoe houd je de kwaliteit op niveau? “Nu komen we toe aan hoe we het overbrengen. Wat zijn geschikte didactische werkvormen om de kennis over te brengen? Passen die wel bij de leerdoelen, zowel op de werkvloer als bij cursorisch onderwijs? Hoe geef je dat onderwijskundig goed vorm? Dat is een uitdaging, want daar zijn we niet zo in thuis”, aldus Hoogendoorn. Veel mensen die onderwijs geven, zijn mensen uit de praktijk die dat een dag in de week doen. En dat doen ze voornamelijk op basis van hun inhoudelijke expertise, niet per se op basis van een didactisch plan. “En dat is eigenlijk een beetje gek”, zegt Hoogendoorn. “Het zou een goede stap zijn om met de opleiders te praten over hoe we het onderwijs het beste kunnen aanbieden. Er zijn veel mensen die het al goed doen, dat lesgeven, maar ik denk tegelijkertijd dat er veel beter kan. Daardoor kunnen we het leerrendement optimaliseren.” 

5.000 opleiders scholen

Ze vertelt dat er veel wordt geïnvesteerd in opleidingen en dat er veel aan supervisie en werkbegeleiding wordt gedaan, maar dat daarvan niet altijd bekend is hoe dat gebeurt. “Daar willen we wat mee. Inhoudelijk zijn we bezig met evidence based mental health, maar ten aanzien van de didactiek doen we dat nog onvoldoende. Daar gaan we nu aan werken. Didactisch-inhoudelijk is het niet zo ingewikkeld als je goed uitzoekt wat er op dat terrein bekend is over effectieve onderwijsmethoden. De grote uitdaging zit ‘m erin dat we alle docenten en alle opleiders daarin moeten scholen. Als je nagaat dat er zo’n 800 praktijkonderwijsinstellingen zijn… Dan heb je het over ruim 5000 mensen die getraind moeten worden en een didactische omslag moeten maken. Náást hun klinische baan.”

Best practices uit het land

Het ontbreekt op dit gebied nog aan een centraal gedachtegoed waarover alle hoofdopleiders het eens zijn. Daarom worden er nu best practices uit het land verzameld. “Er zijn binnen ons programma verschillende werkgroepen gestart die met de inhoud bezig zijn en er staat al veel goeds. Belangrijk aandachtspunt is breed opleiden: psychologen moeten bij uiteenlopende instellingen op verschillende afdelingen kunnen werken. Dat klinkt logisch, maar het betekent nogal wat. Veel instellingen leiden nu iemand op in de verwachting dat hij of zij in hetzelfde team blijft werken. Maar daar zou geen invloed mogen hebben op de opleiding.” Een van de didactische instrumenten zijn de opleidingsplannen. Die beschrijven in grote lijnen wat in het onderwijstraject aan bod moet komen. De bijbehorende toetsboeken zijn volgens Hoogendoorn aan herziening toe: “Dat moeten we nog oppakken. Ook willen we graag en integrale eindtoets invoeren.”

Veel discussies

Voor dat brede opleiden wil Hoogendoorn uitzoeken of een aantal toetsen samengevoegd kan worden. “Op dit moment schrijven we de competentieprofielen. We kijken daarbij of er brede beroepsgebieden zijn die je onder één noemer kunt vatten. Dan kun je toetsen of men bekwaam is voor dat gehele beroepsgebied, een EPA (entrustable professional activity, red.). Ik verwacht dat we de eerste profielen in de zomer kunnen presenteren”, vertelt Hoogendoorn. Ze voegt eraan toe dat dat eigenlijk niet eens de grootste klus is; die zit ‘m in de implementatie: “We moeten tegelijkertijd werken aan een goed implementatieadvies en aan voldoende draagvlak. Daarom overleggen we veel met stakeholders en toetsen we de beslissingen voordat ze in de adviezen komen. Iedereen in de werkgroepen is enthousiast en er wordt veel gediscussieerd. Dat tilt het hele project naar een hoog niveau.”

Kader

Valerie Hoogendoorn stuurt vier werkgroepen aan die onder Didactische ontwikkeling & Instrumenten vallen: 

Zie ook

Didactische ontwikkeling & instrumenten (DO&I)
Over het programma APV

Meer
Artikelen