Interview Maie el Boushy: “Om een hoge kwaliteit van opleiding te kunnen bieden heb je goede handvatten nodig”

9/5/2019
Afbeelding nieuwsberichten

De harmonisatie van de regelgeving voor de vier psychologieberoepen was de afgelopen tijd één van de speerpunten van het College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog en Psychotherapeut (CSGP). Een hele belangrijke, vindt vicevoorzitter Maie el Boushy. “Heldere regelgeving komt de kwaliteit van de patiëntenzorg ten goede. En daartoe zijn wij tenslotte op aarde.”


“Bij de oprichting van dit College hebben we eerst integraal alle regelgeving overgenomen van de voormalige Kamers”, vertelt El Boushy. “De afgelopen tijd hebben we in werkgroepen alles naast elkaar gelegd. Daarbij hebben we specifiek gekeken naar de overeenkomsten tussen de opleidingen tot psychotherapeut en klinisch psycholoog en de inhoudelijke erkenningseisen voor de erkenning van praktijkopleiders en praktijkopleidingsinstellingen. Waar mogelijk hebben we regels gelijkgetrokken en waar nodig hebben we juist de verschillen benadrukt.” De voorgenomen besluiten zijn nu de adviesronde in. El Boushy: “Het was een tijdrovende klus, maar wel een dankbare.”


Invloed
Eerst was ze bestuurslid van de FGzPt en zat ze als adviserend lid namens het Landelijk Platform P-opleiders Overleg (LPO) in het vorige College. Nu is El Boushy vicevoorzitter van het huidige College, voluit College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog en Psychotherapeut. “Vanuit mijn rol als opleider ben ik altijd al buitengewoon geboeid en betrokken geweest. Als je invloed wilt op de kwaliteit van de opleiding, dan moet je aan de tafel zitten waar je er iets over te zeggen hebt.”


Meer solide
In de afgelopen jaren maakte ze binnen de FGzPt gedenkwaardige transities mee. “De toetreding van de NVP bijvoorbeeld, waardoor sindsdien ook de psychotherapieopleiding binnen de FGzPt geborgd is. Ook de Gz-opleiding heeft een plek gekregen in de FGzPt. Een waardevolle uitbreiding, omdat er daardoor meer samenhang in het geheel van de P-opleidingen ontstaat.” Een andere belangrijke ontwikkeling was de nieuwe governance van de FGzPt, waardoor regelgeving, uitvoering en toezicht strikt werden gescheiden. “Het opleidingsgebouw is daardoor meer solide geworden”, zegt el Boushy.


Hele spectrum
Wel vindt ze dat het College meer bevoegdheden moet krijgen voor de basisberoepen. “Bij de vaststelling van regelgeving voor specialisten heeft het College het laatste woord, voor de basisberoepen ligt dat nog bij VWS. Onze taak beperkt zich tot het adviseren van VWS en het vaststellen van het raamplan en de aanvullende eisen voor de opleidingen. Dat vind ik wat mager. Als je goede regelgeving wilt neerzetten, moet je zeggenschap hebben over het hele spectrum. Dat schept een hoop helderheid in het totaal.”


Aftasten
Ook op andere vlakken is helderheid nodig. De afbakening van taken en verantwoordelijkheden tussen College en Landelijke Opleidingsraad bijvoorbeeld. El Boushy: “We zijn nog aan het aftasten hoe wij ons tot elkaar verhouden: wie gaat waarover? Dat willen we samen met de Opleidingsraad scherp definiëren, voor onszelf en voor de buitenwereld.”


Goede handvatten
Helderheid is ook voor opleiders hard nodig. El Boushy: “Om een hoge kwaliteit van opleiding te kunnen bieden heb je goede handvatten nodig. Dat begint bij een duidelijke opleidingsstructuur en uniforme en eenduidige regelgeving voor alle opleidingsinstellingen. Als je in Maastricht naar de cardioloog gaat wil je ook niet dat die iets heel anders heeft geleerd dan de cardioloog in Groningen.”


Wantoestanden
De psychologische opleidingen lopen volgens El Boushy achter op de medisch-specialistische opleidingen. “Bijvoorbeeld op het gebied van regelingen voor artsen in opleiding tot specialist (aios). In ons vak is het geen uitzondering dat opleidelingen cursorisch onderwijs in eigen tijd volgen, deels van hun eigen geld de opleiding moeten betalen en als een gewone medewerker aan het werk worden gezet. Dat vind ik wantoestanden waar we zo snel mogelijk van af moeten. Daarom zijn die duidelijke regels en praktische handvatten ook zo belangrijk.”


Collectief gedragen
Een voorbeeld van een goed handvat is volgens El Boushy het Kwaliteits- en Erkenningenkader voor opleidingsinstellingen, opgesteld door V-Logo in samenwerking met het voormalige CSG, RSG en de Kamers en met GGZ Nederland en de opleidingsinstellingen. “Dit collectief gedragen stuk wordt gebruikt bij de visitatie van praktijkopleidingsinstellingen. Het is een nadere uitwerking van de regelgeving, een kwaliteitsinstrument voor de praktijk waar ik als opleider heel blij mee ben.”


El Boushy: “Ik wil graag snel. Altijd maar relativeren en nuanceren, daarmee kom je er niet. En daarom zijn we er ook nog niet. Maar, en dat is het goede nieuws, er gebeurt op dit moment heel veel, op heel veel plekken. Het stroomt.”